De gemeente Amsterdam ontwikkelt ieder jaar een trendrede waarmee ze ambtenaren en politici aan het denken zet over een ‘trending topic’. In 2014 is het onderwerp ‘Onzeker weten’, ‘we moeten accepteren dat er verschillen zijn en dat mensen verschillend denken over de juiste oplossingen van problemen in de stad’, aldus de trendrede. Ik gaf een reactie tijdens de bij Kennisland: ‘Het belang van onzeker weten’.
Onzeker weten? Improviseer het recept.
Ik kan de oproep om ‘weer onzeker te mogen weten’ zeer waarderen. Het is prachtige om terug te keren naar onze intuïtie en deze te laten spreken in onze interacties met anderen. Het zou een geweldige stap zijn als ambtenaren, welzijnswerkers, jeugdwerkers, politie agenten, maar ook medewerkers van klantenservices, winkel bedienden, en docenten en professoren in eerste instantie op hun ‘gut feeling’ zouden vertrouwen en pas daarna op protocollen zouden terug grijpen. Het vraagt in onze samenleving meer lef om te zeggen ‘ik weet het even niet’ dan om gewoon door te pakken op wat je toch al had besloten.
Maar eigenlijk is onzeker weten niets nieuws. Iedere eerstejaars student die in mijn college komt zitten wordt ten eerste verteld dat ‘de waarheid niet bestaat’ en dat je hier niet de beste oplossing komt leren. Al in 470 voor christus zei de Griekse filosoof Socrates ‘omdat ik weet dat ik niets weet, weet ik meer dan anderen’. Kennis is nooit iets stabiel geweest, sterker nog, de kennis die wij vandaag de dag als ‘logisch’ beschouwen werd ontwikkeld door personen die er toen als gek voor werden verklaard, Columbus zou van de aarde vallen als hij te ver voer. Vandaag de dag zijn we nog steeds niet zeker over de invloed van broeikasgassen op het smelten van de ijskappen. Beslissingen worden dan ook zelden genomen op basis van ‘weten’ maar simpelweg op basis van wat ‘wij denken te weten’ of liever gezegd ‘wat wij willen weten’; De Joden waren de rede voor de Duitse crisis, Tutsi’s waren kakkerlakken, en Saddam Hussein had ‘weapons of mass destruction’. En als we eenmaal hebben besloten, tja, dan moeten doorpakken.
Onzeker weten is dus niets nieuws maar wel erg moeilijk, niet alleen op internationaal niveau maar ook in de stad. In mijn onderzoek heb ik gezien hoe ambtenaren die hun ‘gut feeling’ proberen te ontwikkelen, die kijken, luisteren, en open staan voor nieuwe ideeën toch regelmatig worden ‘gecaptured’. Het maakbaarheidsdenken zit in ons systeem en het neemt ons vaak ongewild van achteren. Daarom wil ik een denk oefening met jullie doen. Onzeker weten doet mij denken aan koken, het loslaten van het recept, de knor pakjes het raam uit, improviseren met smaken, maar tegelijkertijd weten dan mijn chocolade fondant volledig instort als ik niet de exacte verhouding ei, boter, bloem, en chocolade gebruik.
In Amsterdam dachten we lange tijd dat we een chocolade fondant aan het maken waren. Het recept was duidelijk; als Theo Van Gogh wordt vermoord organiseert de burgemeester en kornuiten een protest, de betekenis van dit incident is duidelijk, hier zijn we het NIET mee eens, we beschermen onze vrijheid van meningsuiting door herrie te maken op de Dam. Als er twee maanden later een Tasjesdief wordt doorgereden wordt er naar het oude recept terug gegrepen; zijn familie mag absoluut niet over de Dam lopen in een stille tocht, het was immers geen zinloos geweld; ‘de man was crimineel!’ Er werd een flauw hutspotje bedacht waarin de ingrediënten door elkaar heen lopen; de jongen krijgt een rouwtocht door drie onbeduidende straten in Oost, terwijl de Marokkaanse gemeenschap loopt kijken politici toe vanuit hun kantoor, want rouwen is privé. Wat had het betekend als er een mogelijkheid was om onzeker te zijn over de betekenis van het incident, was de jongen crimineel of was hij een slachtoffer van iemand die het recht in eigen handen nam? Wat had het betekend als er werd losgelaten en de Marokkaanse gemeenschap een typisch Hollandse gerecht eigen kon maken, de stille tocht? Hadden politici en beleidsmakers op hun ‘gutfeeling’ kunnen aanvoelen dat ze daar een kans hadden om niet de ‘talk of diversity’ te praten, maar de ‘walk of diversity’ te lopen? Een beetje meer wijn bij de saus had de smaak van de Nederlandse samenleving op dat moment zeker versterkt.
Maar over smaak valt niet te twisten. Zo lopen de smaken op het gebied van burgerparticipatie nogal uiteen. Loslaten en mensen het zelf laten doen wordt door de een begrepen als vrijheid, terwijl het door de ander wordt neergezet als een neo-liberaal doel waarin de burger wordt gedwongen de kont van zijn buurman te wassen. De vraag is waarom moet het zo ver uit elkaar liggen? Als je een saus bereidt kun je experimenteren met kruiden, wijnen, room, en ui, maar er komt een moment dat het bindmiddel nodig is, dat er moet worden ingegrepen anders gaat het schiften. De discussie zou moeten gaan over het kunnen zien en begrijpen van dat moment, in plaats van over wel of niet loslaten.
De ene jongeren wordt geholpen door iemand van Streetcornerwork die hem achter de broek aan zit om toch dat baantje te nemen. Terwijl de ander de weg, zijn familie, en zijn vertrouwen verliest in de trajecten van jeugdzorg. Hier is geen eenduidig antwoord op te geven. Hier zouden we weer moeten gaan leren. Leren koken is je smaken leren kennen. Een chef kan intuïtief smaken bij elkaar brengen, maar doet dat wel op basis van ervaring. Wie is hier de chef die deze ervaringen met ons kan delen? Niet de professoren, de politici, de adviesbureaus, of directeuren, maar de mensen op straat. Er is niemand die zoveel smaken van problematische jongeren kent als de jeugdwerker, geen mens kent de stad zoals de man van de reinigingsdienst, niemand weet beter wat die kinderen daar in dat steegje uitvoeren dan tante Truus en haar vriendin Sahima van de hoek. Laten we hen de expert maken op het gebied van de smaken, en onze recepten daarop baseren.
De politicus heeft dan tijd om zich te focussen op een ander doel, hij zou iets kunnen doen aan de vergalde smaak van ‘nummer 39 met rijst’. In de discussie over zwarte piet worden de keiharde pepernoten je door de strot geduwd. En werkloze ‘negers’ hebben het nakijken als het gaat om een stukje van de arbeidsmarkt taart. Waar is hier de ‘roux’ die de saus weer kan binden?!
Loslaten is prachtig, vasthouden ook, maar wanneer gaan we de discussie voeren over het recept?
Leave a Reply